Met de Nehalennia naar de Hebriden, deel 7

480 pixels Nehalennia 001De voorlaatste avond in Lochmaddy.

Deel 7: Van de Buiten-Hebriden naar de Schotse westkust.
In mijn vorige verslag heb ik verteld dat ik na een mooie tocht langs de westkust van het eiland Skye, aangemeerd lag in Lochmaddy, op North Uist, één van de Buiten-Hebriden.

Na vier wisselvallige dagen met twee stormen werd het tijd om weer te vertrekken. De volgende plaats waar ik naartoe wilde was Leverburgh, aan de zuidkust van het boven North Uist gelegen eiland South Harris. Omdat dat niet erg ver was, heb ik pas rond de middag de lijnen losgegooid. Gelukkig woei het niet zo hard meer als de vorige dag, maar er stond toch nog een stevige wind, eind windkracht 4 begin 5. Omdat hij zuidwest was en ik naar noorden moest, had ik alleen de genua uitgerold. In het loch was het nog tamelijk rustig, maar op zee stond een vervelende golfslag. Het schip rolde en slingerde behoorlijk, zo erg dat de stuurautomaat op een gegeven moment dienst weigerde. Er zat niet veel anders op dan zelf te sturen. Toen ik de zee achter me had gelaten en op weg naar de haven tussen een reeks eilandjes doorvoer, werd het gelukkig een stuk rustiger en deed de automaat het weer.

600 pixels Nehalennia 002Na flink wat inspanning netjes aangemeerd in Leverburgh.

De geul waar ik door voer was goed betond en het kostte me niet veel moeite om de haven te vinden. Het aanmeren ging minder gemakkelijk. De wind stond dwars op de steiger en er was alleen plaats aan de kant waar de wind vanaf woei. Omdat er geen mens was om mijn lijnen aan te pakken, zat er niets anders op dan voorzichtig met de boeg tegen de steigerrand te varen, de schroef langzaam in zijn vooruit te houden en dan snel met de voorlijn op de steiger te springen. Dat ging prima, het voorschip lag nu vast, maar daarna kostte het me nog flink wat inspanning om het achterschip naar de steiger te trekken.

Het landschap verschilde enorm van dat op North Uist. Daar was het overwegend weids en betrekkelijk vlak, hier stonden imposante heuvels en bergen. Veel heb ik er helaas niet van gezien. Het was al de hele dag vrij somber en toen ik lag aangemeerd begon het te motregenen. De toppen van de bergen verdwenen al snel in de wolken en ’s avonds was er van de heuvels en bergen helemaal niets meer te zien. Ik had graag een fietstochtje gemaakt, maar dat was niet erg aanlokkelijk. De rest van de middag en de avond heb ik hoofdzakelijk besteed aan de planning van mijn reis rondom de noordpunt van Schotland en de voorbereiding van mijn tocht van de volgende dag.

De volgende plaats waar ik naartoe wilde was het stadje Stornoway, op Lewis, het noordelijkste eiland van de Buiten-Hebriden. Het was een flink stuk varen, ruim 40 mijl, en om er niet al te laat te arriveren, moest ik ervoor zorgen dat ik zo lang mogelijk de stroom in de rug had. Dat betekende dat ik rond half acht moest vertrekken. Om zeven uur ging de wekker, maar ik was al eerder wakker geworden van stemmen op de steiger. Toen ik naar buiten keek zag ik dat er voor me een boot was aangemeerd die tochten maakte naar St. Kilda, een klein eilandje op de Atlantische Oceaan, ten westen van de Buiten-Hebriden. Op de kade stond in de motregen al een groepje passagiers, verscholen onder paraplu’s, maar ook gewapend met nordic-walkingstokken en zeer sportief gekleed. Toen ze zich hadden ingescheept en de boot volle vaart richting de oceaan koerste, kon ik ook de lijnen losgooien.

Gelukkig viel het op het water met de motregen wel mee, maar het zicht was vrij beperkt. De witte huizen aan de kust waren nog net te zien, maar de bergen verscholen zich achter een grijs motregengordijn. Omdat er minder wind stond dan de vorige dag en ik bijna halve wind voer, had ik ook het grootzeil gehesen. De vorige dag had de stuurautomaat mij even in de steek gelaten en tot mijn grote ongenoegen gebeurde dat nu weer, hoewel het op zee lang niet zo ruw was. Als ik hem even standby zette, deed hij het weer, maar na korte tijd stopte hij ermee of hij reageerde niet op koerswijzigingen. Het gebeurde een keer of vier, allemaal tijdens het eerste uur. Daarna heeft hij het zes uur lang prima gedaan, maar omdat ik als solozeiler op het apparaat moet kunnen vertrouwen, besloot ik om in Stornoway contact op te nemen met de klantenservice van Raymarine.

Toen de stuurautomaat het weer deed, ging het met het weer gelukkig ook de goede kant op. In het zuidoosten verscheen boven de horizon een gele streep, daar zaten dus opklaringen. Opeens werden de schepen die ik alleen op de plotter had gezien met het blote oog zichtbaar en na een paar minuten kon ik ook de westkust van het eiland Skye zien en de gekartelde bergrug op het vasteland van Schotland. Zelfs Cape Wrath, de noordwestkaap van Schotland, bijna 100 kilometer ver weg, was nog net zichtbaar.

600 pixels Nehalennia 003De onherbergzame kust van Lewis.

De kust waar ik langs voer was zeer woest en onherbergzaam. Grillige, vrijwel kale rotsen in allerlei soorten en maten en talloze inhammen, lochs en baaitjes wisselden elkaar af. Vrijwel nergens was een spoor van menselijk leven te ontdekken. Ik moest denken aan de schepen van de Spaanse Armada, die na de nederlaag tegen de Engelsen en de Nederlanders op deze kusten hun einde vonden. Vooral op plekken waar veel stroom stond wemelde het van de vogels, vooral jan-van-genten en noordse stormvogels, en een enkele keer liet een dolfijn even zijn vin zien.

600 pixels Nehalennia 004Keebock Head. Vijf minuten na het nemen van deze foto was er van de bijna 200 meter hoge kaap niets meer te zien.

Het meest indrukwekkend was de passage van Keebock Head, een enorme, bijna 200 meter hoge kaap, 10 mijl voor Stornoway. Daar bleek weer hoe snel het weer in Schotland kan veranderen. Ik had al een tijdje onder een uitgestrekte wolk gevaren. Daaronder was het glashelder, maar plotseling leek het wel of hij helemaal naar beneden zakte. Van het ene op het andere moment begon het licht te motregenen en was er van de kaap niets meer te zien. Gelukkig had ik er nog net op tijd een foto van genomen. Een kwartiertje later was de wolk zijn overtollige water kwijt en werd het weer glashelder.

600 pixels Nehalennia 005Voor anker liggend cruiseschip in de baai van Stornoway.

In de verte zag ik bij de ingang van de baai van Stornoway een groot cruiseschip voor anker liggen. Bovenop het schip flikkerde een fel blauwwit licht. Toen ik dichterbij was gekomen zag ik dat het afkomstig was van een enorm televisiescherm op het zonnedek. Vanuit je luie ligstoel kon je daar met een lekker drankje onder handbereik naar een film kijken. Vanaf het schip werden de passagiers met overdekte sloepen naar land gebracht.

In de baai begon het stevig te waaien. De genua had ik al ingerold en het strijken en opbinden van het grootzeil ging vrij gemakkelijk. Daarna nam ik contact op met de havenmeester.

600 pixels Nehalennia 006Aangemeerd in Stornoway.

Even later meerde ik aan op het plekje dat hij me had toegewezen en kon ik genieten van een ontzettend leuk uitzicht. De jachthaven lag vlak voor een vrij drukke kade met 19e-eeuwse huizen. Een stukje verderop lagen vissersboten en op de kant lagen allemaal netten. Aan de overkant stond een kasteel met schitterende oude bomen eromheen. Ik had het bij het binnenvaren zien staan, maar vanwege de bomen zag ik vanaf mijn plekje alleen de Schotse vlag fier op een van de kasteeltorens wapperen. Groter kon het verschil tussen dit gezellige plekje en de plekjes aan de wat desolate steigertjes van de vorige dagen niet zijn. Het enige minpuntje was de muziek van een kermis op de kade, maar die was alleen ’s middags en aan het begin van de avond in bedrijf. Net als in Mallaig zwom ook hier een zeehond rond. Later hoorde ik dat bijna iedere vissershaven hier een havenzeehond heeft.

600 pixels Nehalennia 007Monumentaal huis op de hoek van de kade in Stornoway.

Omdat ik vroeg was vertrokken en de hele tijd stroom mee had gehad, was ik vrij vroeg aangekomen. In Nederland was het half vijf en waarschijnlijk zou er bij de klantenservice van Raymarine nog iemand aanwezig zijn. Ik kreeg snel een medewerker aan de lijn. Helaas was zijn collega van de technische dienst op vakantie, maar ik kreeg de naam en het telefoonnummer door van de dichtstbijzijnde Raymarine-dealer. Die zat in Ullapool, op het vasteland aan de Schotse westkust. Omdat ik de apparatuur nog geen drie jaar geleden had gekocht en had laten installeren door een Raymarine-service-dealer, had ik recht op “onboard warranty”. Dat betekende dat ik een monteur van het bedrijf naar het schip kon laten komen.

600 pixels Nehalennia 008Stornoway Castle.

Ik heb direct het bedrijf opgebeld maar het kostte me de nodige moeite om contact te krijgen. Het telefoonnummer bleek niet juist te zijn en toen ik het goede nummer te pakken had kon ik alleen een voicemail inspreken. De voicemaildame noemde ook twee mobiele nummers, maar deed dat in zo’n hoog tempo en met zo’n zwaar accent, dat ik bij het noteren niet verder kwam dan de 0 en de 7. Een medewerkster op het havenkantoor hielp me gelukkig uit de brand. Ook haar kostte het moeite, maar nadat ik de voicemail een paar keer had laten horen had ze de nummers genoteerd. De werkdag was inmiddels ook in Schotland afgelopen en het lukte me dan ook pas de volgende morgen om de baas van het bedrijf aan de lijn te krijgen. Hij zou aan een monteur vragen of die me kon helpen. Een half uurtje later belde hij terug. Het was nu donderdag en als ik maandag in Ullapool zou kunnen zijn, kon ik direct worden geholpen. Zou de monteur met de veerboot naar Stornoway moeten komen, dan werd het pas dinsdag.

600 pixels Nehalennia 009Doorkijkje vanaf de heuvel naast het kasteel.

’s Middags heb ik het kasteel en het ernaast gelegen museum bezocht en een mooie wandeling gemaakt door het heuvelachtige bos dat rondom het kasteel lag. Er liep een pad naar een hoge heuvel van waaraf ik een schitterend uitzicht had over de baai en het stadje en over het achterland. De volgende morgen ben ik vertrokken naar Ullapool. Het was bijna 50 mijl varen was en ik moest maar afwachten of de stuurautomaat het zou doen. Aanvankelijk functioneerde het apparaat prima, maar toen ik nog maar net de baai uit was begonnen de problemen weer. Als ik de automaat even standby zette deed hij het daarna weer goed, maar het probleem herhaalde zich voortdurend en met steeds kortere tussenpozen. In mijn eerste verslag heb ik verteld dat ik in de buurt van Plymouth dezelfde problemen had gehad en toen mijn oude tiller ben gaan gebruiken. Omdat die nu ook onbruikbaar was geworden, heb ik hem afgekoppeld en de andere tiller weer tevoorschijn gehaald. Gek genoeg deed die het weer, maar helaas niet erg lang. Na een uurtje begon het schip weer uit de koers te lopen en kreeg ik dezelfde problemen. Er zat niets anders op dan de laatste vier uur zelf te sturen.

Over de wind en de windrichting had ik weinig te klagen. Ik moest naar het zuidoosten en de meestal vrij krachtige wind was zuidwest, zodat ik mooi halve wind kon varen. Het schip loopt dan het hardst en ik vloog als een Vliegende Hollander over de golven, vaak was de snelheid meer dan 7 knoop. Met die golven viel het wel mee, alleen klapte er een keer een breker de kuip in. Ik kreeg een flinke douche over me heen, als ik mijn capuchon niet op had gehad had ik een behoorlijke plens in mijn nek gehad. In de kuip stond even een paar decimeter water, maar dat verdween snel in de loosgaten. Dit soort ongemakken horen nu eenmaal bij het zeezeilen.

Ondanks de gunstige wind werd het geen aangename tocht. Niet alleen vanwege het gedoe met de stuurautomaat, maar ook omdat de bewolking steeds dikker en donkerder werd. Het was 4 augustus, maar het leek wel 4 december. In het begin was het zicht nog vrij goed. De kust van Lewis kon ik nog lang zien, maar het duurde erg lang voordat het vasteland zichtbaar werd. Ullapool lag bijna aan het eind van het ver landinwaarts lopende Loch Broom, en toen ik dat binnenvoer begon het te motregenen. De omgeving was mooi, dat zag ik wel, maar omdat alles grijs en grauw was, viel er weinig te genieten. Veel gelegenheid had ik daar ook niet voor, want behalve op de kaart kijken, op rotsen en bakens letten en de stand van de zeilen in de gaten houden, moest ik natuurlijk ook sturen.

Volgens de vaargids moest er direct naast de aanlegplaats van de veerboot een drijvende steiger liggen, maar ik zag hem niet. Er lagen een paar vissersboten en aan een ervan had een jacht aangemeerd. Ik overwoog om ook aan een vissersboot vast te maken, maar de havenmeester, die op de kade was komen aanlopen, vertelde me dat ik een plekje moest zoeken aan een meerboei. De drijvende steiger lag vlak achter de vissersboot, maar daar kon niet overnacht worden. Ik heb vastgemaakt aan de dichtstbijzijnde gastenboei en daarna een snelle maaltijd bereid die me prima smaakte. Het was inmiddels helemaal donker geworden.

600 pixels Nehalennia 010De dag na mijn aankomst in Loch Broom was het gelukkig goed weer om mijn kletsnatte zeilkleding te drogen.

De volgende morgen kon ik pas zien in wat voor schitterende omgeving ik tegen wil en dank terecht was gekomen. Motregenen deed het gelukkig niet meer. Er dreef wel wat bewolking, maar ik kon lekker in het zonnetje mijn eitje pellen en voor het eerst sinds weken was het kortebroekenweer. Naar het westen toe keek ik uit op de witte huizen van Ullapool. Aan de zuid- en de noordkant van het loch lagen een paar honderd meter hoge oevers. De noordoever was tot op de helft bebost en tussen het groen stonden wat huizen. De bovenste helft bestond uit imposante rotswanden. De zuidoever was wat hoger en kaler en huizen stonden er niet.

600 pixels Nehalennia 011Uitzicht naar het eind van Loch Broom.

Het mooist was het uitzicht naar het eind van het loch, waar grote bergen stonden, de voorste groen, de bergen daarachter grijsgroen en de bergen meer in het binnenland steeds grijzer. De wind zorgde ervoor dat het schip voortdurend draaide zodat het uitzicht telkens veranderde. Proviand had ik gelukkig voldoende aan boord en ik heb de hele dag lekker zitten lezen en aan mijn reisverslagje gewerkt. Helaas begon het aan het eind van de middag licht te regenen.

600 pixels Nehalennia 012Uitzicht op de noordoever.

De volgende morgen werd ik al vrij vroeg gebeld door de monteur die mij zou komen helpen. Ik kreeg van de havendienst toestemming om naar de steiger te varen en kort daarna kwam de monteur aan boord. Hij had al snel ontdekt wat er aan de hand was: de signalen die de tiller kreeg bij een koerswijziging of -correctie waren te zwak om die uit te voeren. Blijkbaar was er iets mis met het apparaat dat de signalen doorgaf. Maar de monteur kon dat niet zelf repareren, het zou moeten worden opgestuurd naar de servicedienst van Raymarine-Groot-Brittannië.

600 pixels Nehalennia 013Uitzicht op de zuidoever van Loch Broom.

De monteur heeft het apparaat gedemonteerd en de servicedienst opgebeld. Daar wilde men eerst weten of ik wel recht had op “onboard warranty”. Om daarvoor in aanmerking te kunnen komen had ik het apparaat na de aankoop gelukkig geregistreerd op de website van Raymarine, maar men wilde ook de rekening zien. Die had ik nog ergens online staan, maar ik kon hem niet tevoorschijn toveren omdat ik geen internetverbinding had. We zijn naar het kantoor van het bedrijf gegaan, waar het een enorme puinhoop was. Overal slingerden ordners, paperassen en elektronica-onderdelen rond, maar de computer deed het gelukkig goed en de rekening had ik snel gevonden. De monteur heeft die doorgestuurd naar de servicedienst en die ook opgebeld. Daar kreeg hij de onaangename mededeling dat het minimaal vijftien dagen zou duren voordat het apparaat gerepareerd of vervangen kon worden.

600 pixels Nehalennia 014Ullapool met daarachter de Ullapool Mountains.

Omdat ik weinig zin had om hier misschien wel drie weken aan een meerboei te liggen en het ook langzamerhand tijd werd om weer zuidwaarts te koersen, heb ik de servicedienst van Raymarine-Nederland gevraagd of het mogelijk was of om mij direct een nieuw apparaat te sturen. Dat zou er namelijk in een week kunnen zijn. Ik kreeg eerst te horen dat dat niet kon, maar na overleg met een collega vertelde de medewerker dat ik daar wel recht op had. De monteur heeft dat weer doorgegeven aan Raymarine-Groot-Brittannië. Er zou snel een bevestigingsmail doorgestuurd worden, maar die liet lang op zich wachten. Toen er de volgende morgen nog geen mail binnen was, heeft de baas opgebeld en niet lang daarna kreeg ik een sms’je dat ik recht had op een nieuw apparaat. Het zou zo snel mogelijk worden verstuurd.

600 pixels Nehalennia 015Ook in Ullapool staan palmbomen in de tuinen.

Ik hoopte dat het er nog dezelfde week zou zijn, maar ook in dat geval was het duidelijk dat ik onvoldoende tijd had om nog helemaal rond Noord-Schotland te varen en dan via het Caledonisch Kanaal weer langzaam zuidwaarts te koersen. Ik was al een beetje naar het zuiden gevaren en wilde nu langs de Schotse westkust en tussen de Binnen-Hebriden terugvaren. Wat betreft mooie kusten, plaatsjes en lochs zou dat weinig uitmaken en het Caledonisch Kanaal kende ik al.

600 pixels Nehalennia 016De steiger in Ullapool, waar ik een dag en een nacht mocht liggen.

Omdat het hard woei en het me behoorlijk wat moeite zou kosten om aan een meerboei vast te maken, kreeg ik van de havenmeester bij hoge uitzondering toestemming om aan de steiger te overnachten, maar de volgende dag moest ik verkassen. Gelukkig had ik een bijbootje bij me. Ik heb het uit de tas gehaald en opgepompt. Toen ik daarmee bezig was, werd ik door een Schotse zeiler die ook aan de steiger lag, uitgenodigd voor de “afternoon tea”. Hij had in Hindeloopen een schitterend, door de Nederlandse scheepsbouwer Frans Maas ontworpen schip gekocht en vertelde me dat hij drie maanden in Amsterdam had gewoond, op het Javaplein, nog geen 500 meter van mijn huis. Zijn moeder en een vriendin, met wie hij een tripje ging maken, hadden zelfgemaakte cake meegenomen. Die smaakte voortreffelijk.

600 pixels Nehalennia 017Dit was ruim zes dagen mijn plekje.

Ik heb in Ullapool ruim zes dagen aan een meerboei gelegen. Als ik boodschappen moest doen of een wandeling wilde maken, roeide ik naar de wal. Die lag zo’n 300 meter van de boot. Als het flink woei moest ik hard aan de riemen trekken, maar zo hield ik mijn armspieren een beetje op peil. Ook de beenspieren kwamen goed aan hun trekken. Ik heb de ruim 300 meter hoge Ullapool Mountains beklommen en een lange wandeling gemaakt naar een vuurtorentje bij de ingang van het loch. Beide wandelingen waren schitterend, maar in de bergen moest ik een paar keer schuilen voor een buitje. Goede regenkleding is in Schotland een must, er waren tot dan toe misschien maar drie of vier dagen waarop het niet regende. De avonden waren hier het mooist, vooral als de laagstaande zon onder de wolken door scheen. Als er dan buien vielen leverde dat spectaculaire regenbogen op.

600 pixels Nehalennia 018Uitzicht vanaf de Ullapool Mountains. Rechts een cruiseschip.

Er lagen in Ullapool zo’n 25 jachten en vissersschepen aan meerboeien, de meeste permanent, en twee keer ankerde er een groot cruiseschip. Op de wal werden de passagiers ’s morgens verwelkomd met doedelzakmuziek. Na een wandelingetje door het plaatsje en een paar bezoekjes aan de winkeltjes waar lokale producten werden verkocht, werden ze weer naar het schip gebracht en aan het eind van de middag vertrokken de schepen weer naar het volgende mooie plekje.

Toen ik van de servicedienst van Raymarine bericht ontving dat er zo snel mogelijk een vervangend apparaat zou worden opgestuurd was het dinsdag. Vrijdagavond stuurde de monteur een berichtje door waarop te zien was dat het apparaat woensdag vanuit Eindhoven was verstuurd en al donderdag in Inverness, ruim 100 kilometer van Ullapool, was aangekomen. Ik verwachtte en hoopte dat het de volgende dag in Ullapool zou zijn. Zaterdagmorgen kreeg ik bericht dat het er nog niet was, maar het kon ook nog ’s middags arriveren. Ik ben daarom aan boord gebleven, maar toen het drie uur was geweest en ik nog niets had gehoord, besloot ik om een ander plekje op te zoeken. Ik was langzamerhand een beetje uitgekeken op de plek waar ik nu al bijna een week lag en ik had gezien dat er verderop een beschut baaitje was waar wat schepen aan meerboeien lagen. Als het apparaat nu nog zou aankomen, zou het hoogstwaarschijnlijk toch pas maandag geïnstalleerd worden.

Ik ben naar het baaitje getuft en heb er aangemeerd aan een vlot. Het was er nog mooier en idyllischer dan bij Ullapool. Zo’n 30 meter van de boot lag een kiezelstrandje. Honger had ik nog niet en ik besloot om voor het eten naar de wal te roeien en een wandelingetje te maken. Toen ik bij het strandje aankwam deed ik echter de onaangename ontdekking dat een van de drijvers van het bootje zacht was. Hoogstwaarschijnlijk had ik het ventiel niet strak genoeg aangedraaid en was het bij het instappen losgeschoten. Ik ben weer snel terug geroeid en heb de drijver stevig opgepompt. Omdat ik inmiddels wat trek had gekregen, besloot ik mijn wandelingetje uit te stellen tot na het eten.

600 pixels Nehalennia 019Aangemeerd aan een vlot in een idyllisch baaitje.

Net toen ik de eerste aardappel had geschild ging de telefoon. Het was de monteur en hij had goed nieuws: het apparaat was aangekomen en hij wilde het gelijk installeren. Ik heb direct de lijnen losgegooid en ben snel richting Ullapool gevaren. Het installeren ging vrij vlot en daarna hebben we even een proefvaart gemaakt. Het nieuwe apparaat functioneerde prima, maar alleen met de oude tiller. Als ik weer terug was in Nederland, wilde ik ook die vervangen. Van de acht Raymarine-apparaten die ik de afgelopen zeven jaar heb aangeschaft, hebben er tot nu maar twee zonder problemen gefunctioneerd. Een bijzonder slechte score vind ik. Ik heb de monteur hartelijk bedankt voor de geweldige service. Op zaterdagavond nog een klant helpen is iets wat je in Nederland niet snel zal tegenkomen.

600 pixels Nehalennia 020De bergen bij de monding van Loch Broom liggen achter mij, ik ben weer op de Hebridische Zee.

De volgende dag heb ik mijn mooie, maar soms ook wat woelige plekje verlaten en ben ik het loch uitgevaren. Omdat het bijbootje me de mogelijkheid gaf om aan land te gaan op mooie plekjes waar geen steigers of haventjes waren, heb ik het achter het schip laten hangen. Er stond een stevige wind, ruim 5 en in vlagen soms 6 beaufort, maar hij was oost en daarom had ik hem op weg naar zee de hele tijd in de rug. Het was glashelder, zo nu en dan liet de zon zich even zien en het uitzicht op de bergen en kapen aan weerszijden was schitterend. Ik voer alleen op de genua. Het bijbootje bracht de snelheid natuurlijk iets naar beneden, maar die was toch nog bijna 5 knoop. Bij een voordewindse koers met veel golfslag slingert en rolt het schip altijd behoorlijk en moet de stuurautomaat hard werken om het goed op koers te houden. Blijkbaar werd er even iets te veel van hem gevraagd, want het schip liep op een gegeven moment uit de koers. Ik was even bang dat er opnieuw iets aan de hand was, maar nadat ik de automaat kort standby had gezet, deed hij het gelukkig weer prima en dat is de hele dag zo gebleven.

De plaats waar ik naartoe wilde was Gairloch, vanaf Ullapool ruim 35 mijl varen. Toen ik Loch Broom had verlaten, nam de wind wat af en zakte de snelheid tot zo’n 3,5 knoop. Om de snelheid wat op te krikken en omdat ik nu niet meer pal voor de wind voer, heb ik het grootzeil gehesen. Helaas verslechterde het weer. Het werd steeds grijzer en hoewel de zon nog flauwtjes scheen, begon het licht te regenen. Het zicht bleef gelukkig goed. De bergen op de Buiten-Hebriden waren goed zichtbaar en in het zuidwesten was de noordpunt van het eiland Skye al te zien.

Ik was net een vuurtorentje gepasseerd toen ik zo’n 300 meter recht voor me iets vreemds zag. Het water schuimde enorm en spoot hoog de lucht in. Als er hoge deining tegen de rotsen slaat levert dat vaak spectaculaire fonteinen op, maar hier lagen helemaal geen rotsen. Ik keek voor alle zekerheid toch even op de kaart, en daar stond dat het overal ruim 100 meter diep was. De fontein die ik gezien had, was hoogstwaarschijnlijk afkomstig van een walvis. Ik heb nog even de zee afgespeurd, maar het beest zelf heb ik niet gezien. Er schijnen hier veel walvissen rond te zwemmen, in bijna iedere haven liggen boten waarmee je een “whale trip” kunt maken.

Aan het begin van de avond draaide ik Loch Gairloch binnen, waar helemaal aan het eind de haven van het gelijknamige plaatsje lag. Dit loch had een totaal ander karakter dan Loch Broom. Het was meer een baai dan een loch, waarbij je bij het laatste moet denken aan een fjord. Rondom het loch lagen groene heuvels, maar wat het spectaculair maakte was de rij hoge, steil gepiekte bergen aan het eind.

De haven lag in een idyllisch baaitje met beboste heuvels eromheen. Hier en daar stond tussen de bomen een huis. Aan een stenen pier lagen een paar vissersboten. Er was een drijvende steiger, maar die lag bijna helemaal vol met visbootjes en rondvaartboten. Omdat de twee ligplaatsen voor jachten bezet waren, zat er niets anders op dan langszij te gaan liggen. Dat is in Nederland de gewoonste zaak van de wereld en Britten hebben er ook geen moeite mee, maar je kunt toch soms merken dat ze het minder gewoon zijn. Toen ik langszij kwam, kwam de eigenaar snel naar buiten om mijn voor- en achterlijn vast te maken aan zijn schip. Hij had een middenbolder waarop ik mooi mijn springen kon vastzetten, maar dat wilde hij niet. Hij had liever dat ik nog een voor- en een achterlijn op de steiger vastmaakte. Het andere jacht zou volgens hem de volgende morgen vertrekken en dan kon ik op de vrijgekomen plaats liggen. Nadat hij me geholpen had bij het uitbrengen van de lijnen en verteld had waar de toiletten waren en waar ik de sleutel voor de douche kon halen, hebben we nog even gezellig staan praten. Hij woonde in Noord-Engeland, maar had zijn schip in Schotland liggen.

600 pixels Nehalennia 021Aangemeerd aan een Engels schip in Loch Gairloch.

600 pixels Nehalennia 022In de haven kunnen de passagiers van een rondvaartboot al een zeehond spotten.

De volgende morgen liepen er al vrij vroeg toeristen over de steiger. Ze gingen met een rondvaartboot mee die trips maakte voor het spotten van zeehonden en walvissen. Om een zeehond te zien konden ze zich die moeite besparen, want vlak naast de boot zwom er een. Hij bleef alsmaar op dezelfde plek, en met zijn kop ver boven water keek hij voortdurend verwachtingsvol naar de passagiers op de boot, alsof die hem iets lekkers zouden toewerpen. Zij waren echter druk bezig om foto’s van hem te maken. Zo nu en dan dook hij even met veel gespetter onder en op een gegeven moment zag ik dat hij een dikke makreel naar binnen schrokte. Omdat ik net in de kajuit was, heb ik niet gezien of hij die zelf gevangen had. Gezien zijn verwachtingsvolle blik zou het me niet verbaasd hebben als de schipper van het bootje hem regelmatig een vis toewierp. Dan bleef het beest immers terugkomen en kregen de passagiers waar voor hun geld.

600 pixels Nehalennia 023Gairloch.

Nadat ik gedoucht had en inkopen had gedaan in het piepkleine supermarktje annex postkantoor, heb ik een leuk fietstochtje rond het loch gemaakt en een bezoekje gebracht aan het dorpje Gairloch. Het was er behoorlijk toeristisch. Er stonden veel campers en bij een uitzichtpunt vroegen een paar Italiaanse toeristen of ik foto’s van hen wilden maken. Ze wilden met z’n vieren op de foto en de enorme camera die zich bij zich hadden was een paar maten te groot voor het maken van selfies. Engels spraken ze vrijwel niet, maar het steenkool-Italiaans dat ik me ruim veertig jaar geleden eigen had gemaakt tijdens mijn Italiaanse fietsvakanties, was nog net goed genoeg om in het Italiaans “graag gedaan” te kunnen zeggen en te vragen waar ze vandaan kwamen. Uit Napels.

600 pixels Nehalennia 024Doorkijkje vanaf het pad naar de waterval bij Loch Gairloch.

Vlakbij de haven mondde een riviertje in het baaitje uit en ik had gezien dat daar een pad begon dat naar een waterval toeliep. Toen ik weer terug was bij de boot heb ik de fiets verruild voor de benenwagen en ben ik het pad opgelopen. De wandeling liep door een bebost dal vol oude loofbomen, zo nu en dan onderbroken door een stukje weiland met een boerderij. Aan beide zijden rezen steile bergwanden op. De waterval was niet erg indrukwekkend, maar de wandeling was de mooiste die ik tot dan toe had gemaakt.

600 pixels Nehalennia 025Tussen de bomen in dit schitterende bergdal zie ik de waterval.

Daarna had ik nog ruim de tijd om naar het volgende loch, Loch Torridon, te varen. Dat lag niet ver weg en bovendien zou ik pas laat in de middag de stroom in de rug hebben. Eerst heb ik het bijbootje op het voordek gehesen. Een Engelsman met wie ik op het wandelpad een praatje had gemaakt, was de steiger op gelopen en hielp mij een handje. Wind stond er in het begin nauwelijks en bovendien was hij pal tegen, maar buitengaats en in Loch Torridon heb ik nog lekker een paar uurtjes gezeild. Ik wilde ankeren bij het plaatsje Diabag. Volgens mijn vaargids was het het meest spectaculaire ankerplekje aan de Schotse westkust.

600 pixels Nehalennia 026Aankomst in de baai van Diabag, het spectaculairste ankerplekje aan de Schotse westkust.

Toen ik aankwam in de baai waaraan het plaatsje lag, wilde ik dat graag geloven. Wat ik om me heen zag was overweldigend. Het plaatsje bestond uit niet veel meer dan een dozijn witte huizen. De meeste stonden aan het water, andere stonden verspreid over een groene berghelling. In het zuiden werd de baai afgesloten door een rij vrijwel kale, grillig gevormde bergen. Maar wat het uitzicht vooral spectaculair maakte was de ruim 400 meter hoge, steil uit het water oprijzende rotswand van de berg vlak voor het ankerplekje. Ernaast stond een wat lagere berg en tussen de twee bergen stroomde een riviertje de baai in. Op de boot was duidelijk het geluid van watervalletjes te horen.

600 pixels Nehalennia 027Uitzicht vanaf mijn ankerplek.

Voor de huizen lag een stenen pier die in de baai een klein baaitje creëerde waarin wat bootjes aan meerboeien lagen. Daartussen was nog voldoende plek om het anker uit te gooien. Toen ik voor anker lag en tijdens het avondeten van de schitterende omgeving kon genieten, was de sfeer in het baaitje, althans voor Schotse begrippen, bijna zomers. Hoewel de temperatuur van het water niet meer dan 15 graden was, sprongen er van de stenen trap langs de pier voortdurend kinderen het water in en anderen peddelden op surfplanken of in kajaks rond. Op het moment dat ik het anker uitgooide was het hoogwater en leek er voldoende ruimte te zijn tussen mijn schip en de andere schepen. Maar toen het water flink gezakt was en de ankerlijn dus niet meer zo schuin stond, kwam ik toch wel erg dicht bij het schip achter me te liggen. Ik heb zekerheidshalve het anker weer opgehaald en ben een stukje verder weg gaan liggen.

600 pixels Nehalennia 028Uitzicht op Diabag.

De volgende morgen was het met de zomerse sfeer helaas afgelopen. Voor de afwisseling motregende het weer eens, in dit jaargetijde het meest voorkomende weertype in deze contreien. Er stond ook veel meer wind dan de vorige dag, bijna te veel om naar de wal te kunnen roeien. Ik baalde er een beetje van want in mijn vaargids stond dat je daar fantastische wandelingen kon maken. Maar bijna niets is zo veranderlijk als het weer in Schotland. Na de middag scheen de zon zo nu en dan even en was de wind vrijwel gaan liggen. Hoewel er nog wel buitjes over trokken ben ik naar de wal geroeid. Dat was een makkie, want die lag dichtbij, maar aan wal stappen was minder eenvoudig. Een steiger of andere plek waar ik mijn bootje kon aanmeren was er niet, wel was er betonnen helling. Die lag echter helemaal droog omdat het laag water was, en eronder lagen allemaal met dikke lagen wier begroeide stenen. Ik heb het vlakste plekje opgezocht en het bootje daarop laten landen. De kunst was nu om met de lijn in de hand van boord te stappen zonder natte voeten te krijgen en uit te glijden, en dan over het gladde wier naar de helling te lopen. Voorzichtig van steen naar steen stappend lukte dat prima en toen ik het beton van de helling had bereikt kon ik bootje naar boven trekken, zoveel mogelijk over het wier en zo weinig mogelijk over de stenen, anders zou het lek kunnen raken.

Na dit aanlegavontuur volgde er een avontuurlijke wandeling. Naast de plek waar het riviertje de baai in stroomde begon een pad. Er stond een bordje met de mededeling “public footpath”, maar waar het precies naartoe liep was en hoe lang het was stond er niet bij. Vergeleken met het goed onderhouden pad waar ik de vorige dag overheen was gewandeld, was dit een echt woudloperspaadje. In het begin liep het nog vrij dicht bij het riviertje, maar al snel begon het flink te klimmen. Ik moest van het ene rotsblok naar het andere klauteren en voortdurend varens wegduwen. Omdat die kletsnat waren, waren mijn broekspijpen al snel doorweekt en duurde het ook niet lang voordat ook mijn sokken nat werden.

600 pixels Nehalennia 029De wandeling over het woudloperspaadje langs de rand van het ravijn levert spectaculaire uitzichten op.

Maar deze ongemakken leverden wel een van de spectaculairste wandelingen op die ik ooit had gemaakt. Het bergdal vernauwde zich steeds meer tot een diep ravijn. Het pad liep vlak naast de rand en een paar honderd meter onder mij zag ik het riviertje woest stromen. Aan beide kanten torenden imposante rotswanden hoog boven me uit. Ik hoopte dat het pad ergens met een bocht terug zou lopen naar het dorpje, anders zou ik moeten omkeren. Dat hoefde gelukkig niet.

600 pixels Nehalennia 030Na de spectaculaire klim kom ik bij het meertje waar de bergbeek begint.

Op een gegeven moment steeg het pad niet meer en was ik aan de andere kant van de bergen beland. Voor mij opende zich een boomloze, licht heuvelende hoogvlakte waarop wat schapen graasden en waarover een geasfalteerd weggetje liep, hoogstwaarschijnlijk de weg naar Diabag. Er lag een bergmeertje dat via een klein beekje en een aantal watervalletjes het riviertje van water voorzag. Om bij het weggetje te komen moest ik het beekje oversteken, maar een brug was er niet. Gelukkig lag het vol met stenen, zodat ik van steen naar steen springend de overkant kon bereiken. Daar ging het echter mis. Ik gleed van een steen af, maar kwam gelukkig niet in het water of op andere stenen terecht, maar op zacht verend bemost veen.

600 pixels Nehalennia 031Ik ben weer bijna bij de boot, nu nog even ernaartoe roeien.

De rest van de wandeling was een makkie. Het weggetje liep naar de huizen op de berghelling die ik vanaf de boot zag liggen. Toen ik er aankwam zag ik de mast al. Vanaf de pier heb ik wat foto’s genomen en daarna heb ik het bootje weer voorzichtig naar het water gesleept. Om in te kunnen stappen moest ik weer over de gladde stenen manoeuvreren. Ik kon helaas niet voorkomen dat er wat water mijn schoenen in sijpelde, maar die waren toch al nat.

Daarna was het weer tijd om het anker te lichten en het volgende mooie plekje op te zoeken. Dat lag ook in Loch Torridon, bij het wat grotere plaatsje Shieldaig. Wat ik daar en op mijn verdere terugreis voor spannende dingen heb beleefd, kun je in de volgende Geus lezen.

Jaap van der Harst

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search