Scharrelen op de Duitse Wadden

Duitse wadden Terugkeer na het oesterplukkenTerugkeer na het oesterplukken

We hebben een prachtige zomer achter de rug. Zó lang mooi en stabiel weer bood natuurlijk mogelijkheden voor de watersporter.

Zo wilden wij al langer alle Duitse waddeneilanden eens aandoen: verder dan Just waren we nooit gekomen. We hebben een klein motorbootje, een Doerak 780, en die is bepaald niet gebouwd voor het varen op groot water.

Maar omdat we er al 15 jaar mee over de wadden varen hebben we wel enige handigheid ontwikkeld om de grootste scheepsrampen te vermijden (of, zoals onze kinderen zeggen, hebben we domweg geluk gehad tot nu toe).

Een risicofactor voor boten met grote ramen, zeker als die nog rubber sponningen hebben, is een hoge golf die de ruiten eruit kan slaan. Op zee spannen we dan ook altijd een hoes met daarin houten platen voor de voorste ramen. Ook is het belangrijk goede navigatieapparatuur mee te nemen: fantastisch is het programma Navionics, waarmee je vooraf routes kunt uitzetten en je jezelf ziet varen in de zeekaart, zodat ook bij slecht zicht geen problemen ontstaan. Verder kun je als lid van vereniging ‘De Wadvaarders’ gratis gebruik maken van de app Quicktide. Hier voer je je diepgang in en vervolgens kun je precies bekijken in welke tijdspanne je bepaalde ondieptes kunt passeren: een superding dat veel vastlopen voorkomt en het heeft mogelijk gemaakt dat we op de terugreis eens vier wantijen op één tij zijn gepasseerd. Natuurlijk nemen we ook papieren zeekaarten, een stromenboek en getijdentabellen mee en maken we meerdere keren per dag gebruik van apps als Windfinder en Windguru.

Ook een belangrijke voorzorgsmaatregel is het meenemen van telefoonnummers van de KNRM en de Duitse reddingsdienst: als er iets aan de hand zou zijn hoef je de marifoon niet te gebruiken. Deze wordt ook uitgeluisterd door commerciële reddingsmaatschappijtjes die een klein vermogen voor hun diensten in rekening brengen.

Maar goed: het allerbelangrijkst is natuurlijk dat de boot technisch op orde is en zelf loop ik elke ochtend de motor even na op olie, koeling, eventuele lekkages etc. Alleen al voor het gevoel…

Bij Lauwersoog zijn we het Wad opgegaan en hebben eerst wat rondgescharreld bij Oost-Ameland en Schier. Je kunt aan de oostkant van deze eilanden prachtig droogvallen en ook de haventjes zijn hier heel gezellig. Lauwersoog heeft een buitenhaven, die handig is om nog even spullen aan te schaffen voor de boot (in de coöperatie) en gewone boodschappen te doen (in de winkel bij Jachthaven Het Boze Wijf aan de andere kant van de dijk). En niet te vergeten: om voor een krats de meest verse vis te kopen tegenover de visafslag.
Duitse wadden Droogvallen bij AmelandDroogvallen bij Ameland

Vervolgens hebben we de getijdenhaven van Noordpolderzijl weer eens bezocht: deze was door verzanding jaren niet bereikbaar, maar het gerucht ging dat er gebaggerd was en inderdaad konden we er binnenvaren. Schitterende omgeving met bijzondere buitendijkse gebieden en natuurlijk brachten we een traditioneel bezoekje aan het oude café achter de dijk: het legendarische ‘t Zielhoes.

Daarna was het tijd om over te steken naar het eerste van de zeven Duitse eilanden, Borkum. Met als puntje van aandacht het passeren van de Eems: groot water met veel stroming, kans op hoge golven en daarbij scheepvaartverkeer met snelle zeeschepen. Maar zoals zo vaak deze zomer was het prachtig en rustig weer en na een kleine twee uur varen tuften we de oude Kriegsmarinehaven van Borkum binnen. Dit is één van de twee keuzes die je hier hebt: er is ook een ‘gewone’ jachthaven met een heel gezellig terras en restaurantje.

Wij kozen voor de grote haven uit de Tweede Wereldoorlog die nu on-der meer dienst doet als vluchthaven: we waren hier eens eerder aangespoeld na een veel zwaardere overtocht en waren toen gecharmeerd van de volstrekte desolaatheid van het gebied: de reusachtige drijvende steigers uit de oorlog en het kale, winderige kazerneterrein waar ook gewoond wordt. Prima omgeving voor een aflevering van Derrick (‘Harrie, hol mal das Wagen’).

Toch was de haven veranderd: er is meer professionele activiteit gekomen door de windmolenparken in de buurt en er lagen veel meer zeiljachten dan de vorige keer. Voor zeilers die van de Noordzee komen is dit een prima plek natuurlijk.

Omdat ons bootje enigszins atypisch is in deze omgeving worden we doorgaans, na enig nadenkend krabben op het hoofd, op een aparte plek gelegd. Jachten kunnen niet tegen zo’n kort bootje aanleggen en omgekeerd wordt ook niet als logisch gezien. Gevolg is dat we de tijdens deze reis ook in drukke havens meestal alleen op een relatief rustig plekje liggen, met om ons heen rijen van vier of vijf zeiljachten tegen elkaar aan.

De bewoonde wereld van Borkum ligt een half uurtje fietsen van de haven. Ook kun je er, zoals op meer Duitse Waddeneilanden, met een treintje naartoe. Overigens: Borkum heeft mooie natuurgebieden, maar het bebouwde deel vinden wij niet erg interessant.

Onze volgende stop was Just. Dit bereik je door via een met prikken bebakend geultje onder Borkum door te varen tot je bij groter water komt. Ook hier blijkt het met de zeehonden prima te gaan: regelmatig duikt er een zwart bolletje nieuwsgierig op in de buurt van de boot, en de platen liggen vol rustende dieren.
Duitse wadden Zonsondergang voor JustZonsondergang voor Just

Wat een verschil tussen Just en Borkum! Het eerste dat opvalt is dat op Just geen autoverkeer is toegestaan en ook de eilanders zelf bedienen zich van paard en wagen. Er hangt een ouderwets soort rust over het eiland, versterkt door een charmant orkestje dat ‘s zomers op het plein in de muziektent speelt, het oude Kürort en de rieten strandstoelen. Zoals bijna op elk Duits eiland is er wel een klein vliegveld, niet meer dan een weiland, voor sportvliegtuigjes.

Ook andere eilanden hebben het autoverkeer uitgebannen: bijvoorbeeld Baltrum, ons volgende eiland. Daar zijn zelfs fietsen ‘nicht erwünscht’. Op de heenweg hadden we Norderney even overgeslagen: dit deden we op de terugweg aan. Norderney is enigszins met Borkum te vergelijken: het heeft een grote haven met een goed restau-rant. Op Norderney is ook diesel te bunkeren. Punt van aandacht in Duitsland is overigens wel dat er geen gasflessen te koop of te vullen zijn, die aansluiten op het Nederlandse systeem. Daar kwamen we gelukkig pas op de terugweg achter.
Duitse wadden Onderweg naar BaltrumOnderweg naar Baltrum

De laatste eilanden zijn Langeoog, Spiekeroog en Wangeroog. Vooral de eerste twee zijn heel bijzonder: gemoedelijk, met een prachtige natuur.

Liggend op Wangeroog fantaseerden we over doorvaren naar Denemarken en de Oostzee: qua tijd op dit moment te hoog gegrepen, maar ooit…. De manier waarop we nu de Duitse wadden bevaren hebben, steeds één of twee nachten blijven, dan weer een uur of twee á drie doorvaren naar de volgende stop werkt prima en je legt uiteindelijk verbazingwekkende afstanden af. Kwestie van rustig doortuffen.
Duitse wadden Uitzicht vanuit de oude haven va HindeloopenUitzicht vanuit de oude haven van Hindeloopen

Ook de terugtocht liep voorspoedig. Weliswaar nog wat harde wind op het Nederlandse Wad en het traditionele gehannes met het anker (bij Engelsmanplaat dit keer: s’nachts losgeslagen van het anker en door de harde wind steeds verder richting de plaat gezet. Gelukkig doet de oude diesel wat die op zo’n moment moet doen…. Verder liep de reis via Harlingen en het IJsselmeer als een zonnetje. In het museum van Hindeloopen hebben we ons nog wat verder verdiept in de relatie tussen de Hindelooper klederdracht en Indiase ‘sitsen’, bedrukte stoffen die de Hindeloopers van de andere kant van de wereld haalden om hun extravagante kleding mee te maken. Sinds we een Indiase schoondochter hebben heeft dit onze aandacht getrokken. Ook drie eeuwen geleden bleek de wereld soms opvallend klein. En wat een prachtig oud haventje heeft dit piepkleine vissersdorpje toch!

Na Hindeloopen was het tijd om, na meer dan een maand varen, huiswaarts te gaan. Veel prachtige ervaringen rijker en, na al het zoute water, weer genoeg te klussen in het vooruitzicht: roest bikken! Maar dat was het meer dan waard.

Gijs van Noort

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search