Leven in de dieseltank

Leven in de dieseltank figuur 1Figuur 1: Hier moest het groffilter maar komen; links is nog een stukje van het fijnfilter te zien met opschrift "BOSCH".

Eerst zal ik mij maar even voorstellen: René Duursma, penningmeester van Watersportvereniging “De Watergeuzen” en van de Dehler Club Nederland. Inderdaad, ik heb een Dehler sinds 2000, geheten “Elwing”, type 28 Top uit 1993 met dieselmotor. Inmiddels heb ik dus 18 jaar ervaring met “leven in de dieseltank”.

Met leven in de dieseltank bedoel ik de bacteriën die zich lekker voelen op de afscheiding van water en diesel. Omdat tegenwoordig verplicht biodiesel bijgemengd wordt bij echte diesel moet iedereen rekening houden met die bacteriën, want er zit water in biodiesel.

Als er veel bacteriën zijn dan klonteren ze samen tot vlokken of zelfs vellen. Ze gaan overal zitten en kunnen de binnenkant van de tank helemaal bedekken. Zolang ze blijven zitten is er niet veel aan de hand, maar als je een stukje vaart op bewegend water zoals Amsterdam-Rijnkanaal of IJsselmeer met een leuk windje dan kunnen ze loskomen en in je brandstofsysteem komen. Als het vellen of vlokken zijn dan slaat je motor geheid af en dat wil je niet op het kanaal met 4-baks duwvaart. Die vellen of vlokken worden ook wel op zijn Engels sludge genoemd.

Ik merkte na een paar jaar varen dat de motor het moeilijk had in het voorjaar na de winterstalling. Slecht starten, hard bonken bij het lopen en de boot kwam niet op snelheid. De oplossing was een tankje verse diesel uit de pomp erbij gieten en wat bestrijdingsmiddel en het liep weer als een tierelier. Nog een paar jaar verder werd deze oplossing wat minder wat ik merkte aan de snelheid die te laag bleef.

Een goed ogenblik om eens verder te kijken is natuurlijk tijdens de winterstalling. Er zit een diesel-fijnfilter op mijn 1-cilinder Volvo-Penta 2001B en dat filter moet jaarlijks vervangen worden. Na losschroeven van het filter zet ik het omgekeerd in een potje zodat ik een leeg en niet lekkend filter naar de gemeentewerf kan brengen. Het viel me op dat er met de jaren steeds meer troep in het potje te zien was. Ook kwam ik steeds meer verhalen tegen over vervuiling in diesel, dus vond ik het tijd een extra groffilter in de dieseltoevoer te monteren, zie figuur 1. Ook dat laat ik jaarlijks leeglopen voor ik het afvoer. Ik merkte ongeveer 5 jaar geleden dat er viezigheid óp het filter bleef liggen. Eerst waren het vlokjes en druppels water, maar figuur 2 laat zien dat één week later het water en de vlokjes elkaar gevonden hadden en er vrolijk nieuwe bacteriën groeiden.

Leven in de dieseltank figuur 2Figuur 2: Het bezinksel uit het groffilter

Kennelijk had ik ook last van sludge. Het werd helemaal duidelijk toen de dieselniveaumeter vast kwam te staan. Tijd om de binnenkant van de tank eens te inspecteren. Een eerste inspectie ging door het gat van de tankmeter, zo’n 3 cm groot. Flink loeren en ja, ik zag zwarte viezigheid in de diesel drijven. Met een keukenpapiertje ben ik eens gaan vissen en het resultaat is in figuur 3 te zien.
Leven in de dieseltank figuur 3Figuur 3: De drab of ‘sludge’ uit de tank op een keukenpapiertje

Dus tijd voor steviger maatregelen. Allereerst de niveaumeter voor-zichtig opengemaakt en er zat een flinke hoeveelheid zwarte drab in waardoor de vlotter vastgelopen was. Nieuwe meter gekocht, maar ook een inspectiegat in de tank gemaakt waar ik met mijn hand door kan. De hele tank heb ik leeggepompt en vanbinnen schoongeveegd met keukenpapier en thinner. Het RVS van de tankbodem glom me tegemoet.

Waar ik ook achter kwam was dat er al een groffilter gemonteerd was, maar wel verstopt in de bakskist vlak bij de dieseltank. Het is nogal primitief want ik moest een bergvak losschroeven om erbij te komen. Toen ik dit filter open maakte schrok ik echt. In 15 jaar was een 5 mm dikke laag aangroei op het filter ontstaan en er stond 5 cm water in. Onbegrijpelijk dat er nog diesel doorheen kwam.

Nadat ik de hele zaak schoon had gemaakt moest het wel schoon blijven. Daarbij kwam de test “Diesel bug treatments” uit het blad “Practical Boat Owner” van pas, zie https://www.pbo.co.uk/gear/12-diesel-bug-treatments-tested-43353. Een van de beste middelen zou Starbri-te Star Tron zijn, dat blauwe goedje. Ik heb een flinke hoeveelheid toegevoegd aan verse diesel en dat voorjaar liep de motor weer als een tierelier. Als ik diesel in de tank aanvulde deed ik er altijd een flinke scheut Starbrite Star Tron bij.

Maar het voorjaar daarna merkte ik dat de motor toch niet helemaal soepel liep. Dit jaar, dus twee jaar na de radicale schoonmaak, merkte ik dat de oude kwalen weer terug waren. Dan maar weer eens in de tank kijken. Voorjaar 2018 zag ik alweer lichte aanzetten, maar in het najaar kon ik echte aanzetten in de tank zien, zie figuur 4.
Leven in de dieseltank figuur 4Figuur 4: Aangroei op de bodem van de dieseltank vóór toevoegen van Grotamar 81
Leven in de dieseltank figuur 5Figuur 5: Aangroei op dezelfde plaats een week later

Ik zag flinke slieren met donkere stukjes erin die op water wezen. Dat lichtblauwe Startron werkte duidelijk niet goed genoeg. Ik had nog een fles Grotamar 71 staan, dus die er maar bij gedaan maar dat werkte ook niet best omdat het al 10 jaar oud was. De houdbaarheid is 2 jaar.

Dan maar het volgend spulletje uit de PBO-test, Grotamar 82, geprobeerd en dat werkt wel. Het werkt zo goed dat de Nederlandse overheid het niet toegelaten heeft. Via Internet is er toch wel aan te komen en ik heb dat in een stevige dosering toegevoegd. In het Engels is dat een ‘shock’-dosering, om alle bacteriën in de tank in een keer geheel om zeep te helpen. Na een week nog eens gekeken in de tank en het resultaat is duidelijk: de slierten worden minder, zie figuur 5. Komende winter zal ik alles maar weer uitnemen want als er water bij die slieren komen gaat het feestje voor de bacteriën gewoon verder zoals figuur 2 laat zien. Volgens de PBO-test wordt de aanwezige sludge afgebroken tot losse deeltjes die makkelijk te filteren zijn. Maar filters hebben een beperkte capaciteit, dus een tank met heel vieze diesel kan de filters verstoppen. Zover wil ik het niet laten komen, dus ga ik de tank aan de binnenkant nog een keer schoonvegen.

In de gebruiksaanwijzing van Grotamar 82 staat nog een keer dat je dit goedje nodig hebt omdat alle diesel uit de pomp 5% biodiesel bevat en daar zit water in. Dat water gaat niet vanzelf weg en het bezinkt ook maar voor een deel. Het is helaas maar al te waar, merkte ik.

Hoe merk ik het verschil? Toen ik de Elwing kocht liep-ie op de motor 6 knopen. Met sludge in de tank zakte dat naar 5 knopen maar een week na toevoeging van Grotamar 81 haalde ik de 6 knopen weer. Ook niet onbelangrijk: de motor loopt soepeler en heeft geen hard metalig bijgeluid meer bij elke cilinderslag. Dat geluid is de invloed van het water in de diesel. Water kan voor een heel klein deel in diesel oplossen. Wat er dan over is wordt bij de productie tot heel fijne druppeltjes uiteengeslagen. Hoe water de verbranding beïnvloedt kan ik niet voorspellen omdat water chemisch gezien nogal afwijkend is. Maar teveel water geeft een andere ontsteking, waardoor de motor ‘bonkt’. Ook wordt de verbranding zelf anders wat een metalig bijgeluid geeft. Liever geen water dus. Onze bootmotoren zijn nogal rechtlijnig: een bepaald volume vloeistof wordt in de cilinder gespoten en door het samenpersen van lucht en vloeistof stijgt de temperatuur en dan moet het maar ontbranden. Als een deel van de diesel vervangen wordt door water dan is het geleverde vermogen minder omdat er minder diesel in de cilinder gaat, maar vooral omdat het water verdampt en dat kost heel veel energie. Het ogenblik waarop de verbrandingstemperatuur bereikt wordt zal anders liggen. Moderne automotoren zijn daarin beter, deze kijken voortdurend naar de verbranding en regelen dan het injectievolume bij. Misschien dat de nieuwste generatie bootdieselmotoren dat tegenwoordig ook doet, maar daar heb ik geen zicht op.

Daarnaast claimt Grotamar 81 dat het meer water laat oplossen in diesel, waardoor kleine druppeltjes verdwijnen. Hoe dat bij de verbranding uitwerkt weet ik niet, maar als gediplomeerd chemicus durf ik wel te zeggen dat waterdruppeltjes bij de verbranding in één klap in waterdamp overgaan. De stoffen in Grotamar 81 zullen voor een deel een chemische binding met water aangaan en het geheel kan wel in diesel oplossen. De chemische binding moet bij de verbranding weer uiteenvallen maar dat gaat wel geleidelijker en bij hogere temperaturen.

Is GTL (gas-to-liquid) diesel een oplossing? De claim is dat het schoner is en nauwelijks water bevat. Een druppel water zakt erdoorheen en blijft op de bodem liggen. In een schone tank zal het goed werken. Maar het lost bestaande aanzettingen die al in de tank zitten niet op. De bacteriën overleven in alle hoekjes en gaatjes. Komen ze water tegen in contact met diesel of GTL dan is dat voor hen Gefundenes Fressen en gaan ze doen wat elke bacterie het liefste wil: een hele familie van bacteriën worden. Om het echt uit te bannen heb je de biociden zoals in Grotamar of andere goedjes nodig. Ook is GTL duurder en heeft het een kleinere energie-inhoud. Anders gezegd: je moet er meer van verstoken voor hetzelfde resultaat, dubbel duur dus. Nou zal mij dat worst wezen want ik verstook maar twee 5-liter tankjes per jaar, maar met een grote boot kan dat anders liggen. De leveranciers van GTL schermen met het cetaangetal dat hoger is dan van gewone diesel. In gewoon Nederlands: de temperatuur in de cilinder tijdens de verbranding is wat hoger. Ik durf niet te zeggen hoeveel, maar ook bij oudere of gevoelige motortjes zou dit geen probleem mogen geven.

Al met al, bij deze doe ik een stevige aanbeveling om vooral je dieseltank eens zorgvuldig te inspecteren. Wees voorbereid op viezigheid maar doe er wel wat aan want je wilt niet met een afgeslagen motor op het Amsterdam-Rijnkanaal overvaren worden door een duwbak.

René Duursma

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search