Sluisleed

Afdrukken

Sluisleed Voorstersluis

Met onze sleepboot Maria, een Amsterdammertje van 12 meter, waren we op pad van de zomer, tot eind september was het plan.

Maar ja, er kwam zoveel slecht weer aan, zo op de helft van de maand, dat we besloten om de mooie dagen te gebruiken om weer in Amsterdam te komen. We lagen op dat moment in Workum, in het zuidwesten van Friesland. We bedachten dat we via Lemmer de route door de Noordoostpolder zouden kunnen nemen in plaats van die over de Randmeren, om zodoende een dag te winnen. Daar begon het sluisleed.


De eenzame sluis
Door de Noordoostpolder naar Kampen dus. De polder door ging vrij vlotjes, en ach, voor een keer ook wel leuk. Al is de snelweg daar nooit ver weg. Aan het eind van het poldertraject was er nog een sluis, de Voorstersluis. En ja, daar begon het gedonder al een beetje. We moesten ons melden via een telefoonnummer. Dat stond in de almanak en ook nog eens aangekondigd op een bord, vlak bij de sluis. Ik probeerde me dus aan te melden. Laverend door een enorm keuzemenu kon ik tenslotte aangeven door welke sluis we wilden - geen brug, dat was de andere afslag in het menu - en over hoeveel tijd we daar aankwamen. Nou ja, we waren er al, maar goed. Om ons heen stilte, Noordoostpolder, bossen, links voor ons een gemaal.en vlak voor ons de sluis. Hoog wel. Stilte. Geen mens te zien, alleen af en toe een auto over de brug naast de sluis, daar ver boven ons. Het wachten duurde en duurde maar. O, een knop om je aan te melden. Laten we die ook maar eens gebruiken. Wachten, stilte. Geen reactie. Dan maar eens de marifoon proberen. Ik geloof dat ik wel zes maal een oproep plaatste op kanaal 85 totdat ik eindelijk antwoord kreeg van een pinnige meneer die me te verstaan gaf hij “vijftien objecten te bedienen had en dat het erg druk was.” Ik gaf hem te verstaan dat we dat niet konden inschatten aangezien het aan onze kant van de sluis doodstil was. Geen mens te bekennen! Met de belofte dat we nu snel aan de beurt waren sloot hij af. Gelukkig sprak hij de waarheid en konden we snel daarna schutten. We kwamen omhoog in de modderige, sombere sluis en we arriveerden in een zonnige wereld op weids water, en inderdaad, er lagen wel een stuk of tien boten te wachten daar.

De defecte sluis
Na een nachtje Kampen vertrokken we op tijd voor het volgende reisdoel: Spakenburg of de monding van de Eem. Maar uiteindelijk haalden we net de Nijkerkersluis niet, en we besloten de nacht door te brengen op Wij-land, één van de ligplaatsen van de ‘Gastvrije Meren’. Onverwacht mooi, die plek, en zelfs het weer werd mooi. Prachtige avond, prachtige ochtend, we besloten nog een uurtje in de zon te gaan zitten na het ontbijt en de koffie, en we kwamen om kwart over 12 bij de Nijkerkersluis aan. Dubbelrood licht. Een boot in de sluis, dat wel. Steeds meer boten kwamen aan, naast ons en achter ons. Was er nou toch een middagpauze en stond die niet in de almanak? Waarom lag die boot daar dan in de sluis? Via de marifoon van één van de andere schepen werd de voor de hand liggende vraag gesteld. Waarom dit dubbelrode licht? Het antwoord kwam al snel: de sluis is defect. Morgen kunnen we pas de onderdelen krijgen die vervangen moeten worden. Sorry.

Als we een halfuurtje eerder waren geweest… maar nu moesten we terug, niet naar Wij-land helaas, maar verder terug, naar Harderwijk, want erg veel eten hadden we niet meer aan boord en morgen zou een echte herfstige regendag worden. We kwamen aan in een bouwput, want de oude vissershaven van Harderwijk is helemaal op de schop gegaan, zo bleek. De nieuwe werkelijkheid daar moet nog worden ingetekend op de waterkaart, en we hadden moeite om uit te vinden welke kant we op moesten varen om ergens te kunnen liggen, terwijl het flink begon te waaien.
Goed. Nieuwe poging om in Amsterdam te komen volgde twee nachten en een zeer regenachtige dag later. We gingen voor Amsterdam. Maar ter hoogte van Almere Haven begon het te spoken. De wind trok aan en de flink hoge golven kwamen van drie kanten leek het wel. Het schip rolde heftig, in het ruim viel een grote houten plaat met een smak om, en wij moesten moeite doen om op onze benen te blijven staan. We keerden om en koersten op Huizen aan, want Almere Haven invaren was geen optie, de wind kwam precies uit de verkeerde hoek. We kwamen terecht in de zogenaamde aanloophaven van Huizen, waarbij we gelukkig zonder problemen onder de aardige ophaalbrug door konden varen. Het bleek daar een gigantische nieuwbouwwijk te zijn, niet erg spannend, en zonder voorzieningen, maar we lagen wel in de luwte. De volgende dag kwam dan de storm die volgens de weersverwachting op het programma stond, inderdaad langsrazen. Maar het was prima te doen daar en gelukkig was er een winkelcentrum in de buurt.

De spooksluis
We liepen aan het eind van de stormdag even naar het begin van de aanloophaven, naar de brug. Tot onze stomme verbazing bleek daar een keersluisje te zijn, en het was gesloten. Door de storm was er 20 centimeter verschil tussen de waterstanden binnen (hoger) en buiten. Het sluisje stond niet op de kaart en op de site van de gemeente was er ook niets over te vinden. De dag erna namen we weer een kijkje. Het was nog erg onrustig weer en we hadden besloten nog niet te gaan varen. Het sluisje stond nu half open. We spraken twee Duitse toeristen die met hun bootje aan de buitenkant van de brug lagen, want ze konden zo de haven niet in. Ze waren net aangekomen. Ze hadden gehoord dat er een brugwachter vlak bij de brug woonde. Wij besloten om eens te kijken of hij er was en ja, hij en zijn vrouw kwamen net naar buiten. Ja, hij was de brugwachter, en nee, hij mocht niks doen met de sluis, Waternet moet daarvoor uit Amsterdam komen. Ja, hij vond het wel raar, je kan de sluisdeuren zo openduwen, maar hij mocht dat dus niet. Vanmorgen was er al een bootje bijna tegen de sluisdeuren aangevaren, je kan het namelijk nauwelijks zien als je vanaf het Gooimeer komt. Had die schipper misschien die ene deur halfopen gezet? En nee, geen idee wanneer Waternet langs zou komen. Wij gingen terug naar ons schip met het vaste voornemen om de volgende ochtend de sluis desnoods zelf verder open te trekken, maar helaas, dat was niet nodig. We hadden het wel leuk gevonden om een touwtje aan de deur vast te zetten en dan het schip in zijn achteruit te gooien, maar iemand was ons voor geweest. Waternet? Een andere schipper? Toen ik van de week eens op zoek ging naar ‘keersluis Huizen’ op internet, bij Waternet, bij Rijkswaterstaat en bij de gemeente Huizen vond ik niks. En nee, hij staat echt niet op de kaart.

Die dag kwamen we, na een heftige bui op het IJmeer die vanuit Amsterdam aan kwam zetten in een inktzwarte lucht, eindelijk aan in de Oranjesluis. En Yes! Hier ging alles van een leien dakje! Na een stief kwartiertje kwamen we aan in onze thuishaven aan de Diemerzeedijk.

Pieta van het Veld