Doodtij

Picture 17ADe Odyssee even tegen het strand gelegd.

Als je op het Wad vaart speelt het tij een allesoverheersende rol. Niet alleen bepaalt het tij welke richting het water stroomt, maar ook hoe hoog het water staat in het vaarwater. Als je op het Wad in oost-westrichting vaart (omgekeerd mag ook) kom je ondieptes tegen die met laagwater droogvallen, dus rekening houden met het tij kan best eens nuttig zijn.

Ik was met een vriend nog een weekje op het Wad aan het varen. Na een aantal dagen stevige wind werd er rustig weer beloofd. Wij lagen in de haven van West-Terschelling en wilden graag nog even naar de Cocksdorp op Texel. Nu zijn er vier mogelijke routes daarnaartoe waarvan één betond. Van twee routes zijn alleen de geulen vanaf Texel betond (Gasboeiengat en Lange Gat), maar juist het ondiepe deel van het wantij onder Vlieland is niet betond. De vierde route, ook niet betond, is via zee en het Eierlandse gat. Op de kaart staat: “Het bevaren van het Eierlandse gat zonder plaatselijke bekendheid wordt ten zeerste ontraden”. Die plaatselijke bekendheid ontbreekt bij ons, dus dat valt af. De enige wel betonde route is via de Binnen Bresem.

Er was nog een complicatie, het was doodtij, dus het tij dat met hoogwater het minste water brengt. (Met laagwater het meeste). Bovendien viel het hoogwater in dit gebied zo half september vrijwel samen met zonsopkomst respectievelijk zonsondergang en zijn de routes onverlicht. Nu was ik eerder dit jaar ook al eens naar Eierland gevaren, maar toen was het springrij en leverden de routes over de platen onder Vlieland ook met mijn ruim één meter diepgang geen probleem op. Wel wist ik daardoor dat de route over de plaat vanaf het Inschot naar het Gasboeiengat diep genoeg was om ook met dit veel lagere hoogwater te passeren, maar de route vlak onder Vlieland via het Lange Gat was nu niet mogelijk. De wind was noordwest 4 tot 5 en zou ’s avonds gaan liggen. (Als een weerbericht mij goed uitkomt heb ik er plotseling het volste vertrouwen in). Tot het punt waarop we in het Inschot stuurboord uit over de plaat moesten gaan varen was het keurig bezeild vanaf West. Met een langzaam ondergaande zon stoomden we vervolgens in een uurtje over de ondergelopen platen in de richting van de meest oostelijke ton van het Gasboeiengat. Daar ging de zon onder samen met ons anker. De wind had goed naar het weerbericht geluisterd en was langzaam aan het uitdoven. Geheel volgens plan lagen wij die nacht midden op het Wad tussen Vlieland, Texel en de afsluitdijk in alle rust tussen de droogvallende platen voor anker. Voor telefoonbereik moest ik bovenop het kajuitdak gaan staan.

De volgende ochtend was de wind volgens afspraak zwak en zuidoostelijk. Prachtig zeilden we in alle rust met het stroompje mee tot het strand bij de Cocksdorp. Het was ongeveer een uur voor laagwater toen we daar aankwamen en we vlijden het schip met de boeg tegen het steil oplopende strand. De fok hebben we bijgezet om te zorgen dat we naar de wal toe helden bij het droogvallen. Anker uit en vlug van boord om voor het water weer opkwam gauw nog een paar boodschappen te doen in De Cocksdorp.

Met het avondtij mee voeren we, nu stomend tegen het lichte windje in, deels dezelfde route terug naar de Binnen Bresem. Er was echter één probleem: er zou op de binnen Bresem met hoogwater volgens berekening ongeveer 3 cm water te weinig staan om het te kunnen passeren. Wel wisten we dat het ochtendtij zo’n 20 cm meer water zou brengen, dus als het ’s avonds niet zou lukken was er de volgende ochtend een betere kans. We kwamen ruim twee uur voor hoogwater aan bij de betonning van het droge deel en liepen dan ook prompt vast.

Picture 17BWe laten het schip even alleen om boodschappen te doen.

Dus anker uit en wachten. Om halfzeven, een half uur voor hoogwater, toch maar even proberen of we erover konden. Nee dus, weer vast, maar wel iets minder vast dan eerst. Met elk golfje schoven we weer een paar decimeter vooruit, alleen is de Binnen Bresem minstens 4 mijl lang! Maar ik wist ook dat het eerste stuk, waar wij zaten het droogste was en het verderop dieper zou zijn. Dus toch nog even verder proberen. Ons schip kan droogvallen, dus als er inderdaad te weinig water zou staan om over de plaat te komen, hadden we een rustig nachtje op de plaat voor de boeg. Wat op een bepaalde plek nog wél lukte, was het schip om te draaien. Niet om toch maar terug te varen, maar om het maar eens achteruit te proberen. Dan zorgt het langs de dooskiel stomende schroefwater misschien voor voldoende opwoeling van het zand en komt er wat beweging in. En inderdaad! Plotseling begon het schip langzaam vooruit (maar dus eigenlijk achteruit) te komen en schoven we van het droge deel af in de zuidelijke richting waar we heen wilden. Al gauw werd het weer wat dieper en konden we weer met de neus vooruit varen. Het kan best een gek gezicht zijn geweest, zo’n achteruit varend schip over de plaat, maar we waren daar de enigen, niemand die ons zag.

Inmiddels ging de zon weer onder en ankerden we voor weer een nacht op het nog steeds rustige Wad in voldoende diep water. Morgen maar weer gewoon vooruit varen.

Eilard Jacobs

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search